Naam: Eva Bakker
Functie: Teamleider programma- en managementassistentie
Bedrijf: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
“Ik heb internationale betrekkingen en Spaans gestudeerd, wat natuurlijk niet direct leidt tot een carrière als leidinggevende. Toch ben ik al vrij vroeg in leidinggevende rollen beland, tijdens mijn studie was ik bijvoorbeeld al zakelijk leider van het universiteitstheater. Na mijn studie ben ik onder andere teamleider geweest bij debatcentrum de Rode Hoed in Amsterdam en de Hogeschool Utrecht, en sinds 2015 bij NWO met een team van zo’n veertig mensen.
“Qua leidinggeven heb ik het meest geleerd tijdens een intensief traject op de Hogeschool Utrecht. Nu doe ik bij NWO zo’n zes keer per jaar mee aan interne leiderschapsprogramma’s, waar alle leidinggevenden nieuwe vaardigheden leren en ervaringen uitwisselen. Dat gebrek aan managementvakken tijdens mijn studiejaren is dus inmiddels wel ongedaan gemaakt.
“Ik wil mijn collega’s zo optimaal mogelijk in staat stellen om hun werk te kunnen doen. Ik zie mezelf wat dat betreft deels als een soort dienstverlener, maar ik heb natuurlijk belangen van mezelf en de organisatie om te bewaken. Mijn filosofie is dat als je goed voor jouw mensen zorgt, ze ook beter presteren. Wat je erin stopt, krijg je terug. Ik geef mensen bijvoorbeeld veel ruimte om hun werk-privébalans te bewaken met flexibele werktijden en de mogelijkheid om thuis te werken.
“Over het algemeen varen mensen wel bij die vrijheid. Maar als je er misbruik van maakt, grijp ik in. Ik begin dan met een gesprek over de manier waarop we bij NWO met elkaar willen omgaan. Het is belangrijk om daar heel duidelijk over te zijn. Daarna geef ik die persoon altijd een tweede kans. We maken allemaal fouten en zitten soms niet lekker in ons vel. Voordat ik besluit om echt afscheid te willen nemen, zijn er nog allerlei stappen zoals het aanbieden van training en/of coaching.
“Het is ook niet alsof we naar perfectie streven. Ik heb de wijsheid ook niet altijd in pacht en ben daar eerlijk over naar mijn team. Ik stuur mijn mensen aan, maar zij weten over het algemeen meer van het daadwerkelijke werk dan ik. Ik leun op hun expertise en heb hun input nodig om dingen aan te kaarten waar zij ontevreden over zijn. Ik houd altijd een vinger aan de pols, maar delegeer zo veel als ik kan. Daarbij houd ik niet alleen rekening met waar mensen goed in zijn, maar ook wat ze leuk vinden en waar ze zich in willen ontwikkelen.
“Als we iets van hogerhand opgelegd krijgen wat niet leuk is, ga ik niet doen alsof het toch fantastisch is. Dan zeg ik: jongens, het is wat het is, we maken er het beste van. Over het algemeen heb ik teamleden in de aanloop daarnaartoe al wel betrokken in het proces en zien zij hopelijk ook dat er geen andere oplossingen zijn. Dat is natuurlijk een veel beter vertrekpunt dan wanneer er ‘zomaar’ een opdracht wordt opgelegd.
“Om een goede leider te zijn, heb je ook zelfkennis nodig. Via feedback door de jaren heen kom je er wel achter wat voor leider je bent en hoe mensen naar je kijken. Dat kan tijdens functioneringsgesprekken zijn, maar ook gewoon tijdens het werk. Dat laat ik dan even bezinken en als ik het herken, kan ik er eventueel iets aan doen, als het iets negatiefs is. Ik heb bijvoorbeeld vaak gehoord dat ik te veel aapjes op mijn schouder neem. Dat vond ik eerst wel meevallen, maar tijdens coaching ontdekte ik dat ik inderdaad veel problemen op mijn eigen bord leg, en vaak beter kan adviseren hoe iemand anders het kan oplossen.
“Of mijn teamleden mij als authentiek zouden omschrijven, vind ik moeilijk te beoordelen. Ik krijg soms wel feedback die daarop wijst, mensen vertellen me regelmatig dat ze blij zijn met mijn manier van leidinggeven. Maar op anderen kom ik misschien anders over. Er is ook nog een verschil tussen gewenst gedrag en de realiteit; het gaat niet altijd precies zoals ik bedoeld heb. Drukte, praktische bezwaren of een slechte bui kunnen soms je principes in de weg zitten. Maar ik doe mijn best.”