Kan je of kun je?
Zelf gebruik ik het liefst 'kan je' (gewoon een voorkeur), maar volgens collega Vera is het 'kun je'. Wie heeft er gelijk?
Uit de research blijkt: we hebben allebei een beetje gelijk. Technisch gezien zijn deze zinnen allebei goed:
- Kun je me even helpen?
- Kan je me even helpen?
Formele schrijfwijze
Maar.. als je correct en formeel wilt zijn, wordt wel de voorkeur gegeven aan kun je. Volgens veel taalgebruikers zijn de vormen je/jij zal, je/jij kan en je/jij wil nog niet geschikt voor de nette schrijftaal, al is het in de spreektaal geen probleem meer.
Onze Taal advies
Volgens Onze Taal is kan je in schrijftaal wel acceptabel als het niet op een jij-persoon slaat, maar meer in het algemeen 'men' betekent. Bijvoorbeeld:
- Je kan tegenwoordig met de trein van Enschede naar Münster.
- Je zal maar moeten werken in deze hitte!
- Zelf je reis samenstellen, dat is toch wat je wil tegenwoordig.
Lees ook ons artikel over spelling oefenen voor professionals. Hoe is jouw beheersing van werkwoordspelling en het koppelteken?
Zij hebben of hun hebben?
Ik kan mezelf maar niet aanleren om zij hebben te zeggen. Automatisch floept hun hebben uit mijn mond. Als ik schrijf, dan gaat het meestal wel goed. Eigenlijk hoop ik dat het inmiddels goed Nederlands is. Is dat zo?
Ik heb slecht nieuws voor je. Hun hebben behoort nog steeds tot een van de grootste taalergernissen. Er zit dus niks anders op dan jezelf aan te leren zij hebben te zeggen in plaats van hun hebben. Misschien helpt het om de woorden – als je alleen bent – heel veel uit te spreken. Op den duur vind je hun hebben dan misschien net zo vreemd irritant als veel andere taalgebruikers. Succes!
Hoe schrijf ik deze zin volgens de regels: ‘Het is hem niet gelukt om eronderuit te komen.’
Heb je deze zin op gevoel geschreven, dan heeft je gevoel je goed geholpen. Hij is namelijk correct! Maar waarom is onderuit een woord en staan er en onder en uit niet los van elkaar? Eronderuit heet een voornaamwoordelijk bijwoord. Maar wat heb jij daaraan? Het gaat erom dat je de combinatie voornaamwoordelijk bijwoord herkent, zodat je weet of je het los of vast moet schrijven.
Maar hoe weet je nou dat je hier met zo’n combinatie te maken hebt? Dit check je door het oorspronkelijke voorzetsel en het zelfstandig naamwoord terug te halen in de zin. In dit geval is het voorzetsel onder en het zelfstandig naamwoord is bijvoorbeeld de afspraak. Dan wordt de zin: Het is hem niet gelukt om onder de afspraak uit te komen. Lukt dit testje zoals in mijn voorbeeld, dan moeten er en onder aan elkaar. En omdat het hier om een voorzetselcombinatie onder … uit gaat, moet je uit er ook aan vastplakken.
Leer meer
Judith Winterkamp is trainer en coach in zakelijke communicatie. Voor Management Support geeft zij schrijftrainingen als Creatief zakelijk schrijven, Kei in taal en Notuleren als een pro. Heb je een (taal)vraag, mail dan naar info@judithwinterkamp.nl.
Lees van Judith ook: