De Nederlandse overheid moedigt sinds maart vrouwen tussen de dertig en zestig jaar aan om meer te gaan werken. Volgens cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) werken zij met gemiddeld 29,2 uur per week beduidend minder dan mannen (39 uur per week).
Met de campagne ‘Wil je meer werken? Laat het merken!’ wil de regering dat vrouwen aanweziger worden op de arbeidsmarkt en daardoor financieel onafhankelijker worden. Maar, zo zeggen experts, deze campagne heeft vooral als doel om de tekorten in de zorg, onderwijs en kinderopvang op te vangen.
Slechts 10 procent van ondersteuners wil of kan meer uren werken
Uit een peiling onder onze lezers op LinkedIn blijkt dat veel ondersteuners niet zitten te wachten om meer tijd op kantoor door te brengen. Slechts 10 procent laat weten meer uren te willen werken en 29 procent wil juist minder werken. Het overgrote merendeel, 61 procent, ziet meer of minder uren niet zitten.
Dat ondersteuners niet zitten te wachten op meer uren werken, komt omdat deze ondersteuners vaak al (veel) meer dan dertig uur per week werken:
"Op dit moment werk ik tussen de veertig en vijftig uur per week", reageert virtual assistant Jessica. "Het mooist is om maximaal zeven uur per dag te werken. Ik vind het ideaal dat ik kan spelen met mijn werkuren. Die flexibiliteit is essentieel. Vooral met kinderen van 7 en 9. Het is wel balanceren met wie, en wat wanneer voorrang krijgt. Aangezien ‘alles’ belangrijk is. Werk is in die zin eigenlijk arbitrair. Pluk de dag en geniet van elk moment."
Voor kinderen zorgen kost ook tijd
Maar meer of juist minder werken, is ook gewoon moeilijk te combineren met het opvoeden van jonge kinderen. Of de partner nu bijspringt of niet:
"Ik val precies in deze doelgroep (38 jaar oud)", reageert ondersteuner Sofie. "Ik heb twee jonge kinderen (4 en 6 jaar) en werk deeltijds (afgestemd op de schooluren). Voor mij is dit momenteel prima. Mijn man werkt wel full-time en ik ben heel blij dat ik er voor onze kinderen kan zijn. Als ze wat ouder zijn, wil ik wel graag teruggaan naar meer gaan werken want ik doe mijn werk ook erg graag, maar mijn kinderen zijn momenteel mijn prioriteit. Good luck aan de overheid om de mama's te overtuigen bij wie dat ook zo is".
"Meer uren werken is moeilijk te combineren met het opvoeden van jonge kinderen", antwoordt voormalig managementsecretaresse Mireille. "Als alleenstaande moeder zou ik zeker niet meer uren kunnen draaien. Minder werken is financieel geen optie, maar meer ook niet, daar wordt mijn kind ongelukkig van".
'Overheid moet voor betere randvoorwaarden zorgen'
Uit onze LinkedIn-peiling lijkt vooral duidelijk te worden dat veel managementondersteuners bovengemiddeld veel uren draaien, of anders niet in staat zijn om er meer bij te doen. Omdat bijvoorbeeld opvang van kinderen financieel en praktisch niet bol te werken is.
"Diezelfde overheid kan er beter voor gaan zorgen dat de randvoorwaarden om meer te kunnen gaan werken in orde zijn", betoogt HR-manager en mantelzorger Renate dan ook onder onze peiling. Want de overheid wil dan wel dat vrouwen meer uren in de week gaan werken, maar tegelijkertijd stelt het de eerder aangekondigde plannen voor gratis kinderopvang uit. Een maatregel die de drempel kan verlagen voor werkende ouders - niet alleen vrouwen - om meer te kunnen werken.
Minder uren is niet meer vrije tijd
Wat de overheid ook lijkt te vergeten, is dat veel vrouwen naast hun (parttime) baan ook veel onbetaald werk doen. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau besteden vrouwen gemiddeld 26,5 uur per week aan huishoudelijk werk, mantelzorg en de zorg voor kinderen. Mannen kunnen daar op hun beurt met gemiddeld 17,5 uur per week niet aan tippen.
Als we de betaalde en onbetaalde uren optellen die mannen en vrouwen gemiddeld werken per week, dan is het verschil opeens niet meer zo groot. Zij werken dan respectievelijk 56,5 en 55,7 uur per week. Het is dus sowieso een illusie dat 'vrouwen minder werken'.
"Er wordt vaak gedacht dat tegenover minder werken meer vrije tijd staat", vertelt hoogleraar Economie aan de Utrecht University School of Economics Janneke Plantenga tegenover BNR. "Maar veel vrouwen zijn ook actief met zorgtaken. Die combinatie moet nog steeds mogelijk zijn".